Onroerendezaakbelastingen
De gemeente heft onroerendezaakbelastingen (ozb) op grond van artikel 220 van de Gemeentewet. Voor ge-combineerde panden, waarbij een deel bedrijfsmatig wordt gebruikt en een deel als woning, wordt voor het woondeel een vermindering toegepast. Ook hier wordt het gebruikersdeel woningen van de onroerendezaakbelastingen niet opgelegd.
De inkomsten voor 2017 zijn geraamd op totaal € 9.918.744,-, inclusief de inflatie van 1%, wegenheffing en verhoging van 3% voor niet-woningen voor het Ondernemersfonds Schagen (OFS). De wegenheffing wordt afgedragen aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) voor het onderhoud aan wegen in het buitengebied van de voormalige gemeenten Zijpe en Schagen. De af te dragen wegenheffing is gestegen doordat het Hoogheemraadschap zijn tarieven heeft verhoogd.
Omdat de hertaxatie naar peildatum 1 januari 2016 nog niet is afgerond, zijn de tarieven voor 2017 nog niet bekend. Uiterlijk in december 2016 komen we met een voorstel tot vaststelling van de tarieven. Bij de berekening van de tarieven zal rekening worden gehouden met de uitkomsten van de herwaardering. Bij een daling van de WOZ-waarde stijgt het tarief, zodat de herwaardering opbrengst neutraal uitpakt. Andersom zal bij een stijging van de WOZ-waarde het tarief dalen. Bij de berekening van het tarief wordt geen rekening gehouden met areaaluitbreiding.
Afvalstoffenheffing
De Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing regelt de heffing en invordering van de gemeentelijke afvalstoffen, oftewel de kosten van het ophalen van het huishoudelijk afval. Afvalstoffenheffing kan worden geheven op grond van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. De aanslag afvalstoffenheffing wordt vastgesteld afhankelijk van het aantal personen dat op 1 januari van het belastingjaar bij een huishouden staat ingeschreven.
In 2016 is het tarief, mede door een stijging van € 20,- uitgekomen op 100% kostendekkendheid. Het tarief van de afvalstoffenheffing zal daarom in 2017 gelijk blijven aan 2016.
De kosten voor inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval zijn geraamd op
€ 4.879.543,-. De baten zijn geraamd op hetzelfde bedrag. Eventuele verschillen worden bij de jaarrekening verrekend met de reserve afvalstoffenheffing.
De tabel hieronder bevat een overzicht van de tarieven voor de afvalstoffenheffing.
Afvalstoffenheffing | 2017 | 2016 |
1 persoon | 218,- | 218,- |
2 personen | 257,- | 257,- |
3 personen | 257,- | 257,- |
≥ 4 personen | 279,- | 279,- |
extra container | 136,- | 136,- |
Rioolheffing
De rioolheffing wordt in de gemeente Schagen geïnd als retributie, conform de definitie van de Leidraad Riolering, die wordt geheven indien een bouwwerk is aangesloten op riolering. Percelen die niet zijn aangesloten op de riolering zijn niet heffingsplichtig.
Voor 2017 bedragen de tarieven:
- tot en met 99.750 m3 waterverbruik een tarief van € 150,- per eenheid van 350 m3 gebruik, waarbij een gedeelte van 350 m3 naar boven word afgerond;
- vanaf 99.751 m3 een tarief van € 150,- per eenheid van 750 m3 gebruik, waarbij een gedeelte van 750 m3 naar boven wordt afgerond.
In 2014 is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld. Het dekkingsplan hierbij voorzag in een stijging van € 10,- van het tarief voor 2017. Omdat de investeringen in het riool, net als in 2016, achterblijven bij het GRP schuiven we het dekkingsplan van het GRP op.
In de primitieve begroting is aan inkomsten uit de rioolheffing een bedrag van € 3.800.000 geraamd.
Toeristenbelasting
De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 28 juni 2016 de verordening op de heffing en invordering toeristenbelasting 2017 vastgesteld. Het tarief per persoon per nacht bedraagt € 1,16, waarvan € 0,04 bestemd is voor impulsen voor innovatie in het toerisme. Vooralsnog gaan we uit van een gefaseerde stijging naar € 1,25 per persoon per nacht in 2018. De inkomsten uit de toeristenbelasting zijn vooralsnog geraamd op € 1.013.000,-. De forfaitaire berekeningen worden onderzocht en indien nodig aangepast in de verordening toeristenbelasting 2018. Zoals aangegeven in het raadsvoorstel van de Verordening toeristenbelasting 2017 kunnen de forfaitaire berekeningen eventueel bij een positief effect voor de belastingplichtige naar beneden worden bijgesteld. Het resultaat van dit onderzoek is in 2017 beschikbaar.
De forfaitaire tarieven voor 2017 worden als volgt berekend:
Forfaitaire standplaatsen
Vaste standplaats per jaar: 3,3 x 60 x € 1,16 = € 229,68
Losse standplaats per jaar: 2,8 x 50 x € 1,16 = € 162,40
(gemiddeld aantal personen x gemiddeld aantal overnachtingen x tarief)
Forfaitaire slaapplaatsen
Verhuur in tijdvak ‘Seizoen < 7 maanden’ per standplaats: 89 x € 1,16 = € 103,24
Verhuur gedurende gehele jaar per slaapplaats: 106 x € 1,16 = € 122,96
(gemiddeld aantal overnachtingen per persoon x tarief)
Forensenbelasting
Forensenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen die meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden, zonder dat zij in de gemeente hun hoofdverblijf hebben.
In de gemeente Schagen zijn ruim 3.800 personen belastingplichtig voor de forensenbelasting. De totale opbrengst van de forensenbelasting is geraamd op € 1.414.000,-.
De forensenbelasting kent twee tarieven: een tarief voor stacaravans en een tarief voor (recreatie)woningen. Het tarief voor stacaravans wordt gelijk gesteld aan het forfaitaire tarief toeristenbelasting voor een vaste standplaats. Het tarief bedraagt in 2017 € 229,68.
Voor woningen geldt nu een percentage van de WOZ-waarde met een minimum en een maximum.
Voor deze grondslag is met name gekozen om de belastingplichtigen in de voormalige gemeente Harenkarspel gefaseerd te laten groeien naar het tarief van de voormalige gemeente Zijpe. De gemeente Zijpe kende een vast tarief per woning van € 487,- in 2012 ongeacht de WOZ-waarde.
In de periode tot 2018 willen we groeien naar één vast tarief per woning. Vanaf 2018 zijn er dan nog twee tarieven, namelijk een tarief voor stacaravans en een vast tarief voor (recreatie)woningen.
De opbouw van de tarieven t/m 2018 is als volgt:
Categorie | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018* |
Stacaravans | 182 | 190 | 192 | 209,88 | 229,68 | 229,88 |
Recreatiewoning 0,47% van de WOZ-waarde | ||||||
met een minimum van | 182 | 245 | 312 | 394,80 | 466,24 | 466,24 |
met een maximum van | 500 | 500 | 507 | 532,35 | 537,67 | 537,67 |
*prijspeil 2017 |
Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten heffen we op basis van de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten. Voor het begraven of bijzetten van stoffelijke overschotten, voor het gebruik van de begraafplaats(en) en voor het door (of vanwege) de gemeente verlenen van diensten in verband met het begraven en het bijzetten, worden aanslagen lijkbezorgingsrechten opgelegd. De inkomsten voor 2017 worden geraamd op € 46.300,-.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven op voorwerpen op, onder of boven voor de publieke dienst bestemde gemeentegrond. De inkomsten voor 2017 worden exclusief de precariobelasting op kabels en leidingen in gemeentegrond van nutsvoorzieningen geraamd op € 104.000.
Inclusief de precariobelasting op kabels en leidingen in gemeentegrond zijn de opbrengsten voor 2017 geraamd op € 2.304.000. In de paragraaf risico en weerstandsvermogen zijn deze opbrengsten als een risico aangegeven.
Leges
Leges heffen we voor diensten die we als gemeente hebben geleverd. In de tarieventabel die bij de verordening behoort worden de bedragen genoemd die we voor de diverse verleende diensten heffen. Voor een aantal diensten worden de tarieven door het Rijk voorgeschreven, zoals reisdocumenten.
Bij de tariefstelling gaan we uit van 100% kostendekkendheid.
De tarieventabel leges is onderverdeeld in drie titels en is ingericht volgens de modelverordening van de VNG:
- titel 1 Algemene dienstverlening bijvoorbeeld: burgerlijke stand, reisdocumenten, winkeltijden etc.;
- titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
- titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn: horeca, evenementen en dergelijke.
Voor titel 1 en 2 mogen de opbrengsten van alle diensten binnen een titel niet hoger zijn dan de uitgaven. Binnen een titel mag een dienst dus meer dan 100% kostendekkend zijn, mits deze gecompenseerd wordt door een lagere kostendekkendheid. Voor titel 3 geldt de kostendekkenheid per dienst.
De totale opbrengst aan leges is geraamd op € 2.020.736, zie onderstaand overzicht: