Onder de kapitaalgoederen in de openbare ruimte verstaan we onder meer wegen, wandel- en fietspaden, groen, bomen, speelvoorzieningen, riolering, oppervlaktewater, straatmeubilair, verlichting en strand. De kwaliteit van de kapitaalgoederen is bepalend voor de veiligheid, de leefbaarheid, het aanzien, de beleving en de uitstraling van onze gemeente.
Het in stand houden van deze kapitaalgoederen kunnen we onder verdelen in:
- onderhoud (het op niveau houden van de kapitaalgoederen voor dagelijks gebruik);
- beheer (het op niveau houden van de kapitaalgoederen zodat de te verwachten levensduur wordt gehaald);
- vervanging (indien de huidige kwaliteit of situatie niet meer voldoet).
De raad heeft in 2016 het Integraal Beleidsplan Openbaar Gebied vastgesteld met bijbehorend kwaliteitsniveau en financiële paragraaf. Vanwege de beperkte beschikbare financiële middelen is ‘sober en doelmatig’ het uitgangspunt. Prioriteit is het op niveau brengen van alle disciplines in de openbare ruimte. Kansen hierin (voor de korte termijn) zijn het in beeldkwaliteitsniveau terug laten vallen van kapitaalgoederen met een huidige goede technische staat en hoge beeldkwaliteit. De financiële middelen die hieruit ‘vrijvallen’, kunnen we dan op een andere discipline inzetten. Voor de disciplines afval, begraafplaatsen en riolering zijn aparte financiële stromen, welke op basis van kostendekkendheid voldoende worden geacht om de gestelde beleidsdoelen te halen.
Op de middellange termijn zijn de financiële middelen (op basis van theoretische berekeningen) t.a.v. de vervangingsinvesteringen niet toereikend, totdat in 2028 de begroting passend is aan het in het beleid opgenomen kwaliteitsniveau. Om hier een meerjarig inzicht in te krijgen, dient het gegevensbeheer op orde te worden gebracht. Hiervoor zal een flinke investering worden gedaan, maar dan kan de raad het gevraagde meerjarig inzicht worden gegeven en voldoen we aan de door de provincie gestelde eisen om een meerjarige onderhoudsplanning op te stellen als onderlegger van de begroting. Het op orde krijgen van het gegevensbeheer zal in 2017 en 2018 plaats vinden.
Dekking meerjaren onderhoudsplan
In de raad van mei is het beleidsplan openbaar gebied “De basis op orde” door uw raad vastgesteld. Hierbij is ook besloten, dat het budget voor het jaarlijks onderhoud en de vervangingsinvesteringen tezamen, in de periode tot 2029 groeit naar € 11 miljoen met € 300.000 cumulatief per jaar. Wanneer er elders in de begroting door een meevaller ruimte ontstaat, zowel incidenteel als structureel, nemen wij altijd in de overweging mee dit toe te kennen aan het openbaar gebied.
Op grond van het aangepaste Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten investeringen in het openbaar gebied geactiveerd worden (lees: zichtbaar zijn op de balans). Dit staat haaks op ons uitgangspunt van zuiver begroten. Investeringen in het openbaar gebied zijn niet verhandelbaar en vormen dus geen vermogen van de gemeente. In overeenstemming met het BBV gaan we met de investeringen in het openbaar gebied als volgt om:
De investering wordt geactiveerd en afgeschreven over de periode van de verwachte levensduur. Tegelijkertijd wordt een voorziening gevormd van gelijke omvang waar gedurende de levensduur de afschrijvingslasten mee worden gedekt. Hierdoor schuiven we de lasten niet door naar de toekomst en voorkomen we dat op termijn een belangrijk deel van het budget opgaat aan rentelasten. In de jaren tot 2029, waarin het budget nog naar de gewenste omvang moet groeien, kan het voorkomen dat bij een grote inhaalslag de benodigde voorziening niet in één jaar gevuld kan worden. Wanneer dit binnen vijf jaar wel kan, past het nog binnen het begrip zuiver begroten.
(ter informatie: 5 jaar is ook de wettelijke termijn voor immateriële activa, maar dit is te technisch voor in de paragraaf)